Een radeloze vader is naar de krant gestapt. Hij snapt niet dat er geen onderzoek meer wordt gedaan naar het vermeende misbruik van zijn dochter in Paramaribo.
Het meisje is maandenlang in huis geweest met haar stiefvader toen haar moeder op vakantie was naar Nederland. De politie lijkt zijn aangifte niet serieus te nemen. Komt het omdat de vermoedelijke dader een brandweerman is met contacten bij de politie? Tevens is zijn dochter zonder zijn medeweten erkend door de stiefvader. Kan dat zomaar? Meer details hierover in het bericht. De vader zoekt naar antwoorden want als iemand zijn dochter heeft misbruikt moet die persoon gestraft worden. Wat kan hij doen? Moet hij het laten rusten?
Dochtertje in Paramaribo
De Ware Tijd Suriname schreef het volgende hierover: Vader bezorgd over uitblijven onderzoek in vermoedelijke zedenzaak. Murrel N. vader van drie kinderen, is ten einde raad. De politie lijkt een aangifte wegens een vermoedelijk zedendelict tegen zijn dochter niet serieus te nemen. Ook bij het Openbaar Ministerie schijnt zijn klacht aan dovemansoren gericht.
Hij heeft de indruk dat de autoriteiten hem van het kastje naar de muur sturen en dat de vermoedelijke dader, een brandweerman de hand boven het hoofd wordt gehouden. De man zou contacten bij de politie hebben. “Mi no sabi moro san mi musu du fu meki a tori disi onderzoek serieus”, zegt Murrel die op Bonaire woont en regelmatig naar Suriname komt om navraag te doen naar de stand van zaken.
Opa Doeli Paramaribo
Ten einde raad besloot hij zijn verhaal tegenover de pers te doen. “Misschien dat er zo eindelijk aandacht voor deze zaak kan komen”, zegt de man, die in februari 2011 aangifte heeft gedaan bij ‘Opa Doeli’ in paramaribo wegens vermoedelijke ontucht die met zijn toen elfjarige dochter zou zijn gepleegd door haar stiefvader.
Murrel heeft het kind door een gynaecoloog laten onderzoeken, die in een verklaring vastlegde dat het kind vermoedelijk intiem was misbruikt. Ondanks deze constatering deed de afdeling Jeugdzaken van de politie niets, beweert de vader. Hij stuurde kort daarna een brief naar het Openbaar Ministerie waarin hij zijn beklag deed over het uitblijven van acties van de politie. Op zijn brief naar het parket kwam geen reactie.
Vakantie in Nederland
Murrel vermoedt dat het misbruik van zijn dochter moet hebben plaatsgevonden in een periode dat de moeder van het meisje voor enkele maanden in Nederland vertoefde en de kinderen met de stiefvader alleen waren achtergebleven. De vader zegt na geruime tijd gedragsveranderingen bij zijn kinderen en vooral bij het meisje te hebben opgemerkt. Op een gegeven moment wilde het meisje niet meer bij de stiefvader inwonen. Zij is nu ondergebracht bij een oom, broer van haar moeder.
Murrel zegt in 2015 er achter te zijn gekomen dat de kinderen opnieuw wettelijk zijn erkend: door de stiefvader. “Hoe is dat mogelijk? Zonder mijn medeweten en zonder mijn toestemming”, werpt hij op. Intussen is de moeder van de kinderen ernstig ziek en niet aanspreekbaar, waardoor volgens hem niet kan worden achterhaald of zij aan de nieuwe wettelijke erkenning van de kinderen heeft meegewerkt. De vader zegt naar de voogdijraad te zijn gegaan, maar ook daar vond hij geen gewillig oor. “Den man e dray dray mi. Den man no e du noti. De zaak gaat in de doofpot”, zegt de radeloze vader.
Geen kopie gegeven
Wat hem ook steekt, is dat de politie hem geen kopie van de verklaring van de gynaecoloog wil geven. Naar verluidt zou naderhand een andere arts zijn ingeschakeld voor onderzoek. Het resultaat van dat onderzoek zou niet hetzelfde zijn geweest als dat van de eerste vrouwenarts. “Ik heb het sterke vermoeden dat men in de plaats van mijn dochter een ander kind heeft gebracht om onderzocht te worden”, stelt Murrel.
Na 8 jaar
Hij vindt het onrechtvaardig dat na ruim acht jaar nog steeds geen klaarheid is gebracht in deze zaak. “Wan sani no bun. Als mijn dochter werkelijk is misbruikt, moet de dader gestraft worden. Maar eerst moet deze zaak goed onderzocht worden. A sani no eerlijk”, verzucht Murrel.
Inspecteur Letitia Pinas van de afdeling Public Relations van de politie, zegt desgevraagd, dat agenten van Jeugdzaken hun onderzoek al kort na de aangifte in 2011 hadden afgerond. “Het dossier is twee weken na de aangifte opgestuurd naar het parket”, zegt ze. Pinas benadrukt dat de vermoedelijke dader niet in bescherming wordt genomen door de politie, maar dat instructies om verdere stappen te ondernemen van het Openbaar Ministerie moeten komen.
Advocaat nemen
“De politie werkt in opdracht van het Openbaar Ministerie”, aldus de politieofficier. Ze adviseert Murrel om contact op te nemen met het Openbaar Ministerie om de status van het onderzoek te vernemen, of een advocaat in de arm te nemen om het dossier bij het parket op te vragen.